Johannes 10: 11-18
Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de
schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de
eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de
vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en
jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen
hem niets schelen. Ik ben de goede herder. Ik ken Mijn schapen
kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en ik de Vader ken. Ik geef Mijn
leven voor de schapen. Maar Ik heb ook nog andere schapen, die niet
uit deze schaapskooi komen. Ook die moet Ik hoeden, ook zij zullen
naar Mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder.
De Vader heeft Mij lief omdat Ik Mijn leven geef, om het ook weer
terug te nemen. Niemand neemt Mijn leven, Ik geef het zelf. Ik ben
vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de
opdracht die Ik van Mijn Vader heb gekregen.’
“Ik ben het Licht voor de
wereld”
Johannes 8: 12-20
Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld.
Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat
leven geeft.’ De farizeeën wierpen tegen: ‘Uw getuigenis is niet
betrouwbaar, want U getuigt over uzelf.’ Maar Jezus ging verder: ‘Ook
al getuig Ik over Mezelf, toch is Mijn getuigenis betrouwbaar, omdat
Ik weet waar Ik vandaan gekomen ben en waar Ik naar toe ga. Maar u
weet niet waar Ik vandaan kom of waar Ik naartoe ga. U oordeelt met
menselijke maatstaven, maar Ik oordeel over niemand. En wanneer Ik
toch een oordeel vel, is Mijn oordeel betrouwbaar, omdat Ik niet alleen
ben, maar samen met de Vader die Mij gezonden heeft. In uw wet
staat geschreven dat het getuigenis van twee mensen betrouwbaar is.
Wel, Ik getuig over Mezelf, en de Vader die Mij gezonden heeft,
getuigt over Mij.’ Toen vroegen ze: ‘Waar is Uw vader dan?’ ‘U kent
noch Mij, noch Mijn Vader,’ antwoordde Jezus. ‘Als u Mij zou kennen
zou u Mijn Vader ook kennen.’ Dit zei Hij in de schatkamer van de
tempel, waar Hij onderricht gaf. Niemand greep Hem, want Zijn tijd
was nog niet gekomen.
Johannes 14: 6-13
Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij
de Vader komen dan door Mij. Als jullie Mij kennen zullen jullie ook
Mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie Hem, want jullie hebben
Hem zelf gezien.’ Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer,
meer verlangen we niet.’ Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en
nog ken je Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader
gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je
niet dat Ik in de Vader ben en dat de Vader in Mij is? Ik spreek niet
namens Mezelf als Ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in Mij
blijft, doet Zijn werk door mij. Geloof Me: Ik ben in de Vader en de
Vader is in Mij. Als je Mij niet gelooft, geloof het dan om wat Hij doet.
Waarachtig, Ik verzeker jullie: wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde
doen als Ik, en zelfs meer dan dat, Ik ga immers naar de Vader. En wat
jullie dan in Mijn naam vragen, dat zal Ik doen, zodat door de Zoon de
grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in Mijn naam
vraagt, zal Ik het doen.
“Ik ben de Weg”
“Ik ben het Brood dat
Leven geeft”
Johannes 6: 51-59
Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer
iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat Ik zal
geven voor het leven van de wereld, is Mijn lichaam.’ Nu begonnen de
Joden heftig met elkaar te discussiëren: ‘Hoe kan die man ons zijn
lichaam te eten geven!’ Daarop zei Jezus: ‘Waarachtig, Ik verzeker u:
als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en Zijn bloed niet
drinkt, hebt u geen leven in u. Wie Mijn lichaam eet en Mijn bloed
drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal Ik op de laatste dag uit de
dood opwekken. Mijn lichaam is het ware voedsel en Mijn bloed is de
ware drank. Wie Mijn lichaam eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij
en Ik blijf in hem. De levende Vader heeft Mij gezonden, en Ik leef
door de Vader; zo zal wie Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood
dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw
voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal
eeuwig leven.’ Dit alles zei hij in de synagoge van Kafarnaüm toen Hij
daar onderricht gaf.
“Ik ben de Redder van de
wereld”
Johannes 12: 47-50
Ik ben gekomen om de wereld te redden, niet om de wereld te
veroordelen. Wie Mij verwerpt en Mijn boodschap niet aanneemt,
heeft al een rechter: hij zal op de laatste dag worden veroordeeld
door het woord dat Ik gesproken heb. Want Ik heb niet op eigen
gezag gesproken; de Vader die Mij gezonden heeft, heeft Mij
opgedragen wat Ik zeggen moet, en Ik weet dat Zijn opdracht eeuwig
leven betekent. Alles wat Ik zeg, zeg Ik zoals de Vader het Mij
verteld heeft.’
“Ik ben de Alpha en
Omega”
Johannes 8: 58
Jezus zei: ‘Ik verzeker u: voordat
Abraham er was, was Ik er: Ik ben.’
“Ik ben de Opstanding en het Leven”
Romeinen: 1-4
Doordat Hij terugkwam uit de dood, heeft de
Heilige Geest met kracht bewezen, dat Hij
de Zoon van God is.
“Ik ben de waarheid”
Johannes 18: 37
‘Ik ben geboren en naar de wereld
gekomen om van de waarheid te
getuigen, en ieder die de waarheid is
toegedaan, luistert naar wat Ik zeg.’
“Ik heb alle macht”
Mattheus 28: 18-20
‘God heeft Mij alle macht gegeven in de hemel en op
aarde. Trek eropuit en maak alle volken tot Mijn
leerlingen en doop ze in de naam van de Vader en van
de Zoon en van de Heilige Geest. Leer hun alles
onderhouden wat Ik jullie heb opgedragen. En, wees
er zeker van: Ik ben bij jullie, van dag tot dag, tot
aan de voltooiing van de wereld.’
Uitspraken over zichzelf